Jan Willem Pijpers

Jan Willem Pijpers werd opgepakt bij een razzia van de Duitsers op 21 november 1944 in Loosduinen net ten zuiden van Den Haag. Aangezien Rotterdam op 10 november aan de beurt was geweest voor een razzia, kwam deze razzia niet helemaal als een verrassing voor de uitgeputte en moedeloze bevolking. Het doel van de razzia was om jonge mannen in de leeftijd 17 tot 40 jaar te werven voor de zogenaamde arbeitseinsatz ten behoeve van de Duitse oorlogsindustrie. Het ging hier feitelijk om slaven arbeid. Echter de achterliggende gedachte was meer om de bevolking verder te verzwakken. Bij een eventuele aanval van de geallieerden, zou er op deze manier minder hulp van de bevolking voor de geallieerden te verwachten zijn.

De razzia in Den Haag had de naam operatie “Sneeuwvlok” In totaal werden ongeveer 15.000 mannen opgepakt en onder erbarmelijke omstandigheden met rijnaken via het IJsselmeer naar Kampen getransporteerd. Van daaruit werden de mannen naar diverse werkkampen in Nederland en Duitsland vervoerd. Jan Willem kwam terecht in Stadtkreis Bernburg, in de huidige deelstaat Sachsen-Anhalt. Na de oorlog, tot de val van de muur, behoorde dit tot de DDR.

Voorafgaand aan de razzia’s waren al oproepen geweest voor mannen in de leeftijd van 17 tot 40 jaar om zich te melden. Hierbij werden beloften gedaan van goede voeding en onderkomens. Er werd zeer weinig gehoor aan gegeven door de bevolking. Dit leidde dan ook tot de razzia’s en de dwang om voor de Duitsers te werken

Ten tijde van de razzia was Jan Willem nog geen 17 jaar oud, namelijk 16 jaar en 11 maanden. Formeel gesproken zou hij dus niet verplicht zijn, om dwangarbeid te moeten doen. Volgens overlevering zou Jan Willem in plaats van zijn vader gegaan zijn.In de familie werden deze gebeurtenissen doodgezwegen en de exacte toedracht is niet meer te achterhalen.

Jan Willem was volgens de overlijdensakte rubberbewerker geworden. Bij een bombardement te Bernburg door de geallieerden is Jan Willem omgekomen op 14 april 1945. Zijn portefeuille in zijn jas was doorboord met bomscherven. Het stoffelijk overschot is na de oorlog naar Loosduinen gebracht en herbegraven. Bij de ontwikkeling van de oorlogsgravenstichting is Jan Willem nogmaals herbegraven op het ereveld te Loenen.