Ella Scharp-Halberstadt

1909-2003

1453298734.jpeg

Slachtoffer van de oorlog

Is 94 jaar geworden

Geboren op 20-01-1909 in Alkmaar 

Overleden op 21-05-2003 in Groesbeek 


Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

Het leven van mijn moeder

Mijn moeder, Elly (Ella) Scharp-Halberstadt, is geboren op 20 januari 1909 in Alkmaar, waar haar vader als officier verbonden was aan de Cadettenschool. Later verhuist het gezin naar Assen, waar haar zuster Ineke (Pauline) wordt geboren, om in... Lees meer
Mijn moeder, Elly (Ella) Scharp-Halberstadt, is geboren op 20 januari 1909 in Alkmaar, waar haar vader als officier verbonden was aan de Cadettenschool. Later verhuist het gezin naar Assen, waar haar zuster Ineke (Pauline) wordt geboren, om in 1917 naar Breda te gaan als mijn grootvader op de KMA wordt geplaatst. Mijn grootvader overlijdt in 1922 waarna mijn grootmoeder in 1926 hertrouwt met een gepensioneerd Artillerie-officier, Jan van den Bent.Mijn moeder gaat in Breda naar de lagere school, de MULO en de huishoudschool. Ik heb nooit kunnen achterhalen of zij er een speciale opleiding voor heeft gehad, maar in 1931 gaat ze werken in de bibliotheek en daar is zij tot haar huwelijk een gewaardeerde kracht. Lezen heeft ze haar hele leven gedaan. In die tijd leert zij mijn vader kennen die toen cadet was op de KMA. Ze verloven zich op 20 januari 1934, trouwen op 3 mei 1937. Na hun huwelijk wonen zij in De Bilt waar ik op 21 mei 1938 ben geboren.Na het afroepen van de mobilisatie in 1939 wordt de eenheid van mijn vader overgeplaatst naar Schoonhoven, mijn moeder en ik gaan mee. In de zomer van 1940 gaat het gezin naar Den Haag omdat mijn vader daar is geplaatst op het Afwikkelingsbureau van het Ministerie van Oorlog. Hier komt hij in contact met de Ordedienst met het uiteindelijke gevolg dat hij 28 april 1941 wordt gearresteerd, als lid van de Groep van 72 van de Ordedienst ter dood wordt veroordeeld en op 3 mei 1942 in Oranienburg wordt gefusilleerd.Mijn moeder gaat dan met mij naar haar ouders in Groesbeek, na ca 1 jaar gaat zij daar zelfstandig wonen. Wat zij precies aan illegaal werk heeft gedaan is niet bekend, wel dat zij fel anti-Duits was, onderduikers heeft gehuisvest en een radio had. Alleen dat laatste is haar aangerekend nadat zij 26 juli 1944 is opgepakt. Van het Huis van Bewaring in Arnhem werd zij overgebracht naar kamp Vught en op 6 september 1944 afgevoerd naar Ravensbrück. In oktober 1944 wordt zij met ca 200 Nederlandse vrouwen overgebracht naar een bijkamp van Dachau om in de AGFA-fabrieken tijdbuizen te maken. Bijzonder is dat de vrouwen eenmaal gestaakt hebben vanwege het slechte eten en dat daar geen represailles op zijn gevolgd. Eind april 1945 worden de vrouwen afgemarcheerd naar Wolfratshausen en in een boerderij gelegerd. Op 30 april worden zij bevrijd door de Amerikanen en enige tijd later via Zwitserland en Parijs naar Nederland (Oudenbosch) overgebracht. Op 22 mei komt ze terug in Groesbeek, wat zou ze daar aantreffen, het dorp is maandenlang oorlogsgebied geweest?Wat had haar familie intussen meegemaakt? Nadat mijn moeder gevangen genomen was ben ik opgevangen door mijn grootouders, mijn tante Ineke en mijn oudtante Nel, de zuster van mijn grootmoeder, die allen in het zelfde (grote) huis woonden. Na de landing van de 82nd AA Airborne Division rond Groesbeek moesten wij 1 oktober evacueren via Wijchen naar Ravenstein. Eind december konden we naar Breda gaan waar mijn stief-grootvader een goede vriend had. Tante Nel bleef in Ravenstein, op 7 april 1945 kon zij als eerste naar ons huis. Zij trof het vrijwel onbeschadigd aan, maar de deuren waren er uit, de inboedel was grotendeels verdwenen en er lag veel rommel in huis. Tante heeft zoveel mogelijk opgeruimd. Op 20 april kwamen de overige familieleden uit Breda. De eerste maanden viel er veel op te ruimen en te repareren.Mijn moeder vond haar familie dus in vrij goede gezondheid terug. Zij moest daarna haar “normale” leven weer oppakken. Zij bleef met mij in het grote huis wonen, woonruimte was kostbaar in het Groesbeek van die dagen. Ze wordt actief in de landelijke Hulpactie van het Rode Kruis (HARK) en in de padvinderij bij de postgroep voor gehandicapten. Zij handwerkt veel, breien, kruisteekwerk en kantklossen. Geleidelijk aan heeft haar moeder meer zorg nodig en komt zij niet meer weg uit Groesbeek. Na het overlijden van haar moeder in 1976 gaat ze in 1978 zelfstandig wonen in een huis aan de andere kant van het dorp. Zij is dan nog jaren actief in het dorp, leest en puzzelt veel, kijkt TV. De laatste jaren van haar leven gaat zij geleidelijk achteruit en op 21 mei 2003 overlijdt zij. Sluiten
Bron: Zoon ir. P.H.H. Scharp, Kolonel van de Technische Staf b.d.

Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 13 november 2016

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een bijdrage toe

Log in om een bijdrage toe te voegen

Nationaal archief

Bekijk
Menu